Psycho-educatie voor ASS: sessie 2
Na mijn ASS diagnose begin 2015 kreeg ik samen mijn man psycho-educatie, begeleid door klinisch psycholoog ML. We onderzochten in vijf sessies wat Autisme Spectrum Stoornis (ASS) voor mij inhoud.
Ik ben gediagnosticeerd met Hoog functionerend Klassiek Autisme (DMS IV) of Autisme Spectrum Stoornis (ASS; DMS V) en depressie met als zijdiagnose migraine en RSI. Allemaal mooie termen maar wat houdt mijn ASS nou precies in?
Sessie 2 Theory of Mind
Veel mensen met autisme hebben en heel goed verbeeldingsvermogen als het om concrete, ruimtelijke of technische zaken gaat. Het voorstellen van zaken op het sociale vlak, zoals de emoties of bedoelingen van anderen is erg moeilijk. Theory of Mind, Autisme TV
De klinisch psycholoog ML vraagt mij om een voorbeeld te geven van een situatie waarin ik de boodschap van de ander verkeerd heb begrepen vanwege een beperkt verbeeldingsvermogen. Als voorbeeld noem ik: Als een locatie wordt genoemd heb ik daar soms letterlijk een verkeerd beeld bij zoals de Melkweg in plaats van Paradiso. Verder begrijp ik de vraag überhaupt niet, het woord “verbeeldingsvermogen” is lastig. Dus eigenlijk is dat een heel duidelijk voorbeeld van Theory of Mind. Jasper helpt een handje en vertelt dat ik dingen soms heel letterlijk neem, grappen niet merk of begrijp. Ik kan niet goed peilen hoe iemand zal reageren en daarom benader ik mensen heel voorzichtig, terughoudend, niet spontaan en aftastend.
Ik heb het idee dat ik emoties bij andere mensen heel goed kan zien. Ik kan het zo goed zien, en sfeer voelen, dat ik niet snap wat mensen zeggen als het niet overeenkomt met hun lichaamstaal. Ik krijg als het ware teveel informatie binnen om ook nog eens op het gesproken woord te letten. Taal is zeg maar niet mijn ding. Ik probeerde van jongs af aan mensen te begrijpen terwijl ze iets zeiden, de eerste indruk was heel belangrijk. Ik voelde me vertrouwd met iemand of helemaal niet, een tussenweg was er niet. Tegenwoordig kan ik dat nuanceren.
Tot een jaar of 10 geleden dacht ik dat, als ik een meningsverschil had met iemand, die persoon mij niet meer aardig vond en niet meer met mij om wilde gaan. Ik had mezelf aangeleerd om het altijd met mensen eens te zijn. Als ik al een mening had en iemand vond iets anders, dan was mijn eerste gedachte: “dan zal ik het wel verkeerd begrepen hebben”. Alleen bij aantoonbare feitelijke zaken hield ik voet bij stuk. En dan nog, als ik iemand had tegengesproken durfde ik die niet meer onder ogen te komen, bang dat hij nog boos op me zou kunnen zijn. Dat gevoel kon ik in jaren vasthouden en daarom ontweek ik steeds meer mensen.
Dus, zolang het een inhoudelijk gesprek is kan ik meepraten. Zodra het over een gevoel of een mening over iets gaat, wat iemand ervan vindt, dacht ik dat ik ook die mening moest hebben omdat ik anders niet aardig gevonden zou worden. Ik weet nu dat ik mezelf op die manier compleet heb weggecijferd. Gelukkig heb ik de afgelopen jaren, met vallen en opstaan, geleerd dat mijn mening er toe doet en ook wordt gewaardeerd. Ik heb ook geleerd dat mensen niet zo’n goed geheugen hebben als ik en zich gesprekken van vroeger niet eens herinneren.
Het belangrijkste leermoment is geweest dat ik het ook oneens kan zijn met iemand waar ik het goed mee kan vinden, zonder dat die uit mijn leven verdwijnt. Ook mensen waar ik het niet direct goed mee kan vinden, daar kan ik nog steeds een goede werkrelatie mee hebben. Ik heb geleerd mijn behoeften en grenzen aan geven. Maar het voor mezelf opkomen is en blijft nog altijd heel erg moeilijk.