Gevoelens | 4 |

In mijn vorige blog schreef ik over de gevoelens die zich op mijn 50ste in mijn lijf ophopen omdat ik niet toe wilde geven aan mijn angst. Over de schreeuw van pijn die mijn lijf af moest geven om me te laten weten dat ik ver over mijn eigen grenzen aan het walsen was. En hoe ik er eindelijk achter kwam dat ik ASS heb. Mijn gevoel krijgt een gezicht.

Van vier naar zes, naar 36 en nog meer emoties

Na de diagnose ASS volgde ik psycho-educatie bij Het Leo Kannerhuis om mijn ASS te onderzoeken. Waar zitten mijn zwakke maar vooral ook sterke punten. Een paar van mijn sterkste punten zijn onderzoek doen, analyseren, doorzettingsvermogen en leren. Dat kan ik dus goed inzetten. Ik zoek ook veel op internet en bespreek mijn bevindingen met de therapeute. Mijn grootste valkuil is me begraven in werk om mijn emoties niet te hoeven voelen.

De therapeute hielp me ook om inzicht te krijgen waarom ik steeds weer in een burn-out en depressie beland. Ik krop mijn emoties op, ik uit ze nog steeds niet en moet leren ze te benoemen. Zij deelde de emoties op in drie kleuren:

  • Blauw is neutraal en ontspannen
  • Rood is negatief gevoel en kost energie
  • Groen is positief gevoel en geeft energie

De opdracht was om elke avond mijn dag een kleur te geven. Dat vond ik heel moeilijk omdat binnen een dag mijn emotie al fluctueert en ik soms niet wist welke kleur mijn gevoel/emotie had.

Inmiddels had ik ook op internet het emotiewiel gevonden met zes basisemoties die weer zijn onderverdeeld in zes emoties met toelichting, zie het plaatje boven. Die onderverdeling hielp me om mijn gevoelens te benoemen. Elke avond gaf ik de dag een kleur op basis van dit emotiewiel, en dan kon de dag meer kleuren hebben: oranje/paars/blauw als ik in de ochtend onzeker was, daarna stom en later weer nadenkend. In de loop van de maanden werd ik meer vertrouwd met het benoemen van mijn gevoel.

Inmiddels had ik geconcludeerd en geaccepteerd dat de baan als auditor niet bij mij paste en was ik met behulp van een re-integratiebureau op zoek naar iets anders, ik had tenslotte een dijk van een CV. Na twee jaar ongeduldig zoeken dacht ik mijn droombaan gevonden te hebben, al mijn vorige werkervaringen kwamen hier samen. De positieve gevoelens namen de overhand, ik was opgewonden, energiek, trots, optimistisch en ik voelde me gerespecteerd, de moeite waard, belangrijk etc. En vooral super enthousiast, dit ging lukken, ik ging er helemaal voor.

Deze baan als adviseur bleek al snel een management functie te zijn (praten, vergaderen, aansturen en overleggen). Alle waarschuwingssignalen van mijn lijf negerend stoomde ik door in het vertrouwen dat ik de rest van mijn werkzame leven bij dit fantastische bedrijf met die leuke collega’s zou werken. Negen maanden later zat ik letterlijk stijf van stress thuis met, jawel, een depressie. Het jaarcontract werd de UWV, en de ziektewet.

Na anderhalf jaar in de ziektewet raakte ik nog steeds in paniek bij de gedachte om weer te gaan werken. Als ik dacht aan mijn laatste banen werd ik zo verdrietig. Steeds dat afscheid nemen omdat ik ziek werd.

En nu ben ik 55 en heb de afgelopen 3 maanden EMDR therapie gevolgd. Ik had veel herinneringen met negatieve emoties en die zijn weg gepiept, getikt en gezwiept. Wegens corona zit de therapeute op afstand en zwiept een aanwijsstok met rode punt voor mijn ogen heen en weer. De EMDR heeft gewerkt, ik kan zonder overweldigd te worden aan mijn vorige banen denken, hoe leuk het daar was. Ik sta ook weer positiever naar de toekomst. Nu ben ik ankers van positieve emoties aan het maken die me gaan helpen in de toekomst.

Ik voel me blauw: dankbaar, veilig, ontspannen en tevreden

Met vallen en opstaan heb ik de afgelopen 30 jaar geleerd wat gevoelens en relaties zijn en hoe mijn lijf reageert op emoties. Wegens mijn doorzettingsvermogen, mijn betrokkenheid met mijn werk en mijn verantwoordelijkheidsgevoel ben ik regelmatig zwaar over mijn eigen grenzen gegaan. Dat mag niet meer gebeuren. Voorlopig voel ik me fijn in het hier en nu met leuke hobby’s en zowaar zonder me schuldig te voelen dat ik thuis zit (werkeloos, nutteloos). Pas als ik er klaar voor ben ga ik op zoek naar wat ik in de toekomst meer zou willen doen.

Gevoelens | 3 |

In de vorige blog over gevoelens schreef ik over emoties in relaties. Dat ik mezelf moest leren om wat meer van mezelf te laten zien om een goede relatie met andere mensen te krijgen. En dat ik op mijn 40ste leerde dat er twee soorten relaties zijn: emotionele en zakelijke relaties. Dat ik best inhoudelijk (zakelijk) van mening kan verschillen met een vriend zonder dat die emotionele relatie stuk gaat.

De emotionele pijn

Gewapend met de kennis over emotionele en zakelijke relaties, denk ik in de loop van de jaren steeds beter om te kunnen gaan met emoties en hoe ik relaties kan opbouwen. Ik heb inmiddels een ander baan die geheel op communicatie is gericht. Ik ben auditor en ga bij bedrijven langs om te controleren of ze voldoen aan de norm. Ik heb communicatiecursussen gevolgd, assertiviteitstrainingen en psychologische begeleiding dus ik kan er tegenaan, nog steeds is autisme buiten beeld. Na een jaar als auditor gaat het mis en krijg ik een burn-out. Ik snap er niets van, ik doe zo mijn best om te ontspannen.

Lees dat goed, laat dat even doordringen: ik doe mijn best om te ontspannen, dat is een contradictie. Na nog meer therapie en werkhervatting krijg ik het advies om contact op te nemen met een fysiotherapeut die Somatic Experiencing (SE) therapie doet. Hij laat mij voelen waar de diverse emoties in mijn lijf vastzitten (zonder aanraking) en ik word me meer bewust van de signalen die mijn lichaam geeft.

Als kind waren mijn emoties vrij simpel: boos is schreeuwen, stampvoeten en slaan, bang is heel stil in een hoekje zitten; bedroefd is heel hard huilen en blij is ronddansen, springen, zingen en juichen. Maar die uitingen had ik zo ver weggestopt dat wanneer de emotie nu doorbrak, ik er als een kind compleet door werd overspoeld. De SE heeft me geleerd om mijn emotie gedoseerd los te laten, in kleine porties, zodat ik niet zo overweldigd word, de druk gaat van de ketel.

Ik ga weer extra hard aan het werk, maar het kost zo veel moeite en energie om elke dag de gesprekken aan te gaan. Ik word bang, bang dat ik weer ziek word, bang dat ik fouten maak, bang dat ze door krijgen dat ik dit eigenlijk niet kan, bang om mijn collega’s en klanten teleur te stellen, bang voor de vermoeidheid en pijn. En omdat ik moet en zal presteren stop ik die angst weer diep weg en ga door tot de emoties zich via elke zenuw een weg banen door mijn lichaam. Kijk eens hoe deze spreekwoorden van toepassing zijn op pijn en emotie:

  • Hoofdpijn: een hard hoofd in iets hebben = onzeker;
  • Migraine: ergens een punthoofd van krijgen = moedeloos;
  • Zere ogen: iemand naar de ogen zien = onzeker;
  • Zere kaken: de kiezen op elkaar houden = doorzetten;
  • Zere nek: hete adem in de nek voelen = angst;
  • Zere schouders: de schouders er onder zetten = gespannen;
  • Zere handen: dit loopt uit de hand = machteloos;
  • Misselijk: iets op je lever hebben = tegenzin;
  • Hartkloppingen: hartzeer van iets hebben = verdriet;
  • Borstkramp: tegen de borst stuiten = gekwetst;
  • Maagpijn: het ligt zwaar op de maag = frustratie;
  • Zweetaanvallen: ergens op zitten zweten = onzeker;
  • Zere rug: met de rug tegen de muur staan = radeloos;
  • Buikpijn: ergens de buik vol van hebben = tegenzin;
  • Bilspierpijn: met geknepen billen = onzekerheid;
  • Zere benen: op je laatste benen lopen = uitgeput;
  • Zere voeten: onder de voet geraken = mislukken;

En op een dag kan ik niet meer opstaan uit mijn bed: de volgende burn-out met depressie is een feit. Waarom lukt het me niet om te doen waar ik voor opgeleid ben? Waarom lukt het niet om te ontspannen? Waarom ben ik steeds zo moe? Diep in de slachtofferrol, waarom overkomt mij dit, ik heb toch alles gedaan wat ik kan, ik doe zo mijn best (alweer). Ja, maar één ding doe ik toch écht niet goed:

luisteren naar mijn gevoelens

Op mijn 50ste, ziek en zielig thuis, kom ik al googelend op de site van Henny Stuik. Daar herken ik mijn autistische kenmerken.
Een paar maanden later word ik bij het Leo Kannerhuis gediagnosticeerd als hoog functionerend autist (ASS). Zie voor die zoektocht: Hoe ik autist werd.

Mijn gevoel krijgt eindelijk een gezicht.

Gevoelens | 2 |

In de vorige blog over gevoelens schreef ik hoe ik opgroeide in een liefdevol huis zonder het uiten van emoties. Dat ik er op mijn 30ste tijdens psychotherapie achter kwam dat ik een eigen mening mag hebben, mijn grenzen mag aangeven en “NEE” kan, mag en moet zeggen als mensen mijn grens over gaan. Nu gaat het over de gevoelens in relaties.

Emotionele relatie?

Ik kon inmiddels een aantal emoties verwoorden en ervaren zoals de vier B’s: boos, bang, blij en bedroefd. En ik leerde inderdaad “nee” zeggen in sommige situaties, vooral als ik de persoon niet kende en geen afhankelijkheid had. En soms ook tegen mensen die ik goed kende en vertrouwde, maar het bleef moeilijk, mijn autisme was nog lang niet in beeld.

Een derde punt dat tijdens de therapie ter sprake kwam was, als ik contact met mensen wil maken, dat ik me dan moet openstellen. In eerst instantie begreep ik niet wat ze bedoelde want ik stond open voor wat anderen zeiden. Wat zij bedoelde was het omgekeerde, dat ik iets persoonlijks aan een ander zou kunnen vertellen en zodat men wat meer over mij te weten kan komen, wat ik van iets vind en hoe ik over iets denk. Daar had ik vanuit de MAVO zeer slechte ervaring mee en ik had mezelf compleet ingegraven– dikke muur opgebouwd, stalen damwand ervoor etc.

Dus na het definiëren van de vier basisemoties was het de bedoeling dat ik ze met anderen ging delen om zo in contact te komen met mensen. In die hele dikke muur heb ik een deurtje gemaakt, voor de zekerheid met valhek, en stap voor stap mezelf aan de boze buitenwereld laten zien. Dat was best heftig en eerlijk gezegd vind ik dat nog steeds moeilijk (na 25 jaar).

Na een jaar psychotherapie stond ik weer sterker in mijn schoenen en was ik weer aan het werk. Na nog een jaar kon ik op eigen benen staan. Ik voelde me sterk en maakte een paar goede beslissingen voor de toekomst. In de loop van de tijd zakte de therapie naar de achtergrond en leefde ik weer in de waan van de dag, terugvallend in oude gewoontes.

Een aantal jaren later, ik was rond de veertig, had ik een gesprek met mijn leidinggevende, tegenwoordig noemt men dat een bila. Ik had een voor mij perfecte baan waarbij ik binnen duidelijke kaders, laag in de hiërarchie, geheel zelfstandig kon werken: een coördinator. Ik had alleen ook te maken met andere medewerkers en leidinggevenden van andere afdelingen en het lukt me niet goed om mijn belangrijke boodschap over te brengen. Mijn leidinggevende leerde me iets waar ik werkelijk jaren over heb gedaan om het een plaats te geven, te begrijpen en te accepteren.

We hadden het in de bila over de communicatiecursus die ik had gevolgd en waaruit naar boven was gekomen dat ik conflict vermijdend gedrag vertoonde. Ik vond het nog steeds moeilijk om mensen over te halen hun gedrag te veranderen. Ik durfde niemand tegen te spreken omdat ik dan bang ben dat ik niet meer aardig gevonden wordt en als ik iemand heb tegengesproken durf ik die niet meer onder ogen te komen omdat hij wel boos zal zijn (ook weken, zelfs maanden later nog, want ik heb de confrontatie onthouden). Mijn leidinggevende zei dat ik de zaken niet zo persoonlijk op moest nemen en dat er een verschil bestaat tussen een zakelijke en een emotionele relatie. Ik kende maar één soort relatie, gewoon het contact dat ik met iemand heb. Zijn uitleg:

Een emotionele relatie is hoe je iemand vertrouwt, die relatie kan goed of slecht zijn, je mag iemand wel (vriendelijk, grappen maken) of je mag iemand niet (vijandig, ruzie). Een zakelijke relatie gaat over wat je (gezamenlijk) wilt bereiken en dan kan je het over een onderwerp eens zijn of niet, los van vriend of vijand. Als je een goede emotionele relatie hebt kan je het grondig met elkaar oneens zijn en elkaar toch zeer waarderen in de tegengestelde mening. Je kan zelfs een hoog oplopend meningsverschil hebben en zelfs ruzie, maar die is geheel op de inhoud van het onderwerp gericht en niet op de persoon. Door het over en weer uitspreken van elkaars gedachte en mening kan je tenslotte tot een compromis komen, een oplossing.

Dat was een voor mij gevoelsmatig een onbegrijpelijke invalshoek. Hoe kan ik ruzie met iemand maken die ik aardig vind? Dan raak ik die persoon misschien wel kwijt.

Thuis had ik in 18 jaar huwelijk nog nooit ruzie gemaakt, ik liep gewoon weg als ik het ergens niet mee eens was. Wij dansten altijd omzichtig om elkaar heen en vermeden de confrontatie. Het jaar na de bila ben ik begonnen om thuis mijn mening te zeggen als ik ergens boos over was, heel erg eng en natuurlijk heel voorzichtig. Ook voor hem was dat schrikken en we zijn nog steeds bij elkaar. We durven nu steeds vaker duidelijk onze gevoelens te uiten, durven verschil van mening te hebben en komen er steeds weer uit samen. Want onze emotionele relatie is toppie.

Gevoelens | 1 |

Wat zijn gevoelens?

Van jongs af aan heb ik geleerd mijn gevoelens te onderdrukken. Ik ben niet onderdrukt of mishandeld thuis, integendeel, ons huis was een goed voorbeeld van rust, reinheid en regelmaat. Het enige wat niet werd geaccepteerd waren emoties.
En dan vooral negatieve emoties want er werd wel gelachen, gekieteld, gezongen en geknuffeld. Een kenmerkende spreuk was: met vrienden heb je het niet over politiek en geloof.
Die onderdrukking van emoties kwam voornamelijk via mijn moeders kant, waar huiselijk geweld was geweest. Daarom wilde ze geen ruzie in ons huis en mijn vader hield zo veel van mijn moeder dat hij alles voor haar over had. De definitie van ruzie was wat vaag voor mij, maar elke soort van onenigheid, mening of discussie was uitgesloten. Een meningsverschil was een ruzie en dus niet gewenst. Mijn vader is een emotionele man en als het hem te hoog op liep ging hij naar de box en hoorde ik een hoop kabaal waarna hij weer “rustig” tevoorschijn kwam. Ik voelde dus wel een heleboel emotie maar het werd bij voorkeur niet geuit of uitgesproken dus kreeg het ook geen naam. Natuurlijk werd ik wel eens kwaad en dan werd ik naar mijn kamer gestuurd om af te koelen. Toen ik heel jong was werd ik wel onder de koude douche gezet om weer tot mijn zinnen te komen, en dat hielp heel goed. Ik leerde mijn emoties te onderdrukken.

Ik was ook nogal een wildebras, emotie kwam bij mij tot uiting door bewegen, en ook al is het me nooit letterlijk gezegd, ik voelde dat dat niet werd gewaardeerd, dus zat ik in het bijzijn van anderen zo stil mogelijk. Een bijkomend effect van het onderdrukken van emoties en beweging was dat de energie zich in mijn lijf ophoopte en dat ze lichamelijk tot uiting kwamen. Maagpijn, last van mijn darmen, zere pezen en spieren, hoofdpijn, misselijk etc.

Omdat ik nooit echt wist wat er van me verwacht werd, ik kreeg ook geen duidelijke positieve feedback, deed ik in mijn tienertijd zo goed mogelijk mijn best om te voldoen aan … ja, waaraan eigenlijk, het door mezelf gecreëerde ideale beeld van een brave, opgevoede, rustige, slimme, onafhankelijke, zelfstandige dochter. Als mijn oudere zus iets deed wat niet werd gewaardeerd zorgde ik er voor dat ik dat niet ook deed. En voor de rest zat ik het liefst alleen op mijn kamer te knutselen en te lezen en daar kon ik niet veel fout aan doen.

Emoties waren, zeg maar, niet mijn ding. Toen ik rond mijn 30ste voor het eerst in psychotherapie ging wegens een depressie ging er een wereld voor mij open. Toen de therapeute vroeg hoe ik me voelde noemde ik een lichamelijke klacht, dus letterlijk “ik voel pijn in mijn maag/hoofd”. Zij heeft me uitgelegd dat er een verschil is tussen lichamelijk gevoel en emotie. Emotie kan ook een lichamelijk gevoel geven maar is veel meer, zoals verliefdheid, vlinders in je buik, geen trek hebben. Je weet het als je verliefd bent, dat kan je niet uitleggen, dat voel je. Prompt vroeg ik me toen af of ik wel echt verliefd was geweest op mijn man, maar dat terzijde.

Tijdens die therapie leerde ik ook dat ik een eigen mening mag hebben, mijn grenzen mag aangeven en “nee” kan, mag en moet zeggen als mensen mijn grens over gaan. Dat laatste was een ongelooflijke eyeopener voor mij. Als ik het ergens niet mee eens was durfde ik het niet te zeggen omdat ik dan een goed onderbouwde reden wilde geven om het er niet mee eens te kunnen zijn en tegen de tijd dat ik dat wist was er een behoorlijke tijd voorbij (dagen tot weken). Als ik mijn mening had en gaf en iemand anders sprak me tegen, dan dacht ik direct “hij zal wel gelijk hebben” en bleef daar vervolgens nog (dagen – weken) over doormalen. Terwijl in beide gevallen een duidelijk “NEE (daar ben ik het niet mee eens)” ook volstaat.

Daar kreeg ik een goed gevoel bij.