Fanatieke Pokémon trainer

Hoe een spelletje Pokémon Go feilloos mijn krachten en zwakheden blootlegt. Ik kom er achter wat voor soort werk ik nodig heb om lekker aan de gang te gaan.

Ik wil weer aan het werk, maar weet niet wat ik kan en wil na 30 jaar werkervaring met daarin vijf keer een jaar ziek thuis. Die burn-out en/of depressie bleek na mijn ASS diagnose te verklaren als chronische levensstress. Het belangrijkste is het voorkomen dat ik weer ziek word. De banen in mijn vakgebied en op mijn HBO niveau hebben allemaal management taken die ik niet aan kan. Van de (MBO) functies waarvan ik wel denk dat ik ze aan kan wordt meestal 40 uur per week en/of onregelmatige diensten geëist wat ik ook niet aan kan, bovendien heb daarin geen ervaring blijkt uit de afwijzingen. Wat dan wel?

Na ruim twee jaar ben ik weer begonnen met Pokémon Go. Mijn primaire account bestond nog: Pikalinaweer van het blauwe team (trainer code 9154 1174 1566). Ook mijn tegen-account was er nog, al moest ik even zoeken onder welk e-mail adres ik die had verstopt. Nindoniels (trainer code 8898 2365 1150) van het gele team is dus ook weer in de lucht én ik ontdekte nog een tweede blauwe trainer. Dus ik was weer direct op stoom met drie accounts waarmee ik dagelijks zeker drie (tot zes) uur aan het spelen was. Door die drie accounts kan ik Pokémon ruilen, cadeautjes uitwisselen en battelen en vooral winnen in Gyms. Om alle eieren uit te broeden en mijn buddy te laten groeien loop ik heel wat kilometers.

Ik vind het hartstikke leuk (oh, allemaal nieuwe Pokémon! en Team Rocket is er nu ook bij) en ben loei-fanatiek (maximum punten per dag halen en alles vangen wat ik zie). Jasper vond het destijds niet leuk dat ik Pokémon Go speelde. Tijdens onze fietsvakantie in Slovenië wilde ik in elk dorp naar de kerk om daar in Gyms te battelen en Pokéstops te draaien. Ik kan me wel voorstellen dat zoiets irritant is, maar als ik daar nou lol in heb? Dus toen ik weer begon deed ik het eerst stiekem. Ik dacht dat Jasper het niet merkte, maar ik werd een beetje schichtig en heb hem vertelt dat ik weer was begonnen. Toen kreeg ik het gevoel dat hij het afkeurt elke keer als ik mijn mobiel pakte of een ommetje ging lopen. Ik heb het Jasper gevraagd en het enige waar hij bang voor is dat ik zó geobsedeerd raak dat ik onbereikbaar wordt, en dat had hij wel al gemerkt de afgelopen dagen, ik verdwijn achter een scherm. Natuurlijk heeft hij gelijk, hij heeft altijd gelijk met dit soort dingen waarbij ik zelf niet merk hoe ik me in iets vastbijt.

Waarom dat vastbijten? Ik voer graag opdrachten uit en Pokémon Go bestaat uit alleen maar opdrachten: “earn 5 harts with your buddy”, ‘throw five great balls in a row” etc. Daarnaast loop ik twee jaar achter en zijn er tientallen nieuwe, mij onbekende Pokémon in het spel die ik allemaal wil vangen én uitbroeden én evolueren natuurlijk, want ik ben pas tevreden als de verzameling compleet is.

Waarom die verzamelwoede, op het obsessieve af. Ik merk dat ik niet kan stoppen en blijf maar doorgaan, ik moet en zal nóg een Pokémon vangen om de series compleet te krijgen. Als ik niet speel denk ik aan wat ik nog moet doen en tijdens een ‘gewoon’ ommetje in de buurt ben ik me sterk bewust van elke Pokéstop en Gym. Dat is waarschijnlijk een uiting van mijn autisme. Het is dus van belang dat de hoeveelheid opdrachten beperkt is en dat ik ze af kan ronden zodat ik kan stoppen en tot rust komen. Inmiddels zijn mijn Pokéballen en bessen bijna op en kan ik niet meer zo veel Pokémon vangen waardoor ik wat rustiger word. Daarnaast heb ik twee andere leuke dingen waar ik tijd aan wil besteden.

Wat kan ik leren uit dit verhaal over Pokémon Go? Dat werk geschikt voor mij is als het duidelijke opdrachten bevat mét een duidelijk eindpunt. Jasper benoemde dat Agile werken ideaal voor mij zou zijn: sprints van twee weken waarbij je opdrachten krijgt waarvan bekend is dat je die kan afkrijgen. Het werk kan bestaan uit verzamelen, ordenen, overzichtelijk maken. Het is ook belangrijk dat er iets nieuws te ontdekken valt en wat uitdaging is, maar vooral niet te veel tegelijkertijd.

Die beschrijving klinkt als mijn eerste en allerleukste baan: research analist. Daarover later meer, voorlopig ben ik nog even een fanatieke Pokémon trainer.

Gevoelens | 1 |

Wat zijn gevoelens?

Van jongs af aan heb ik geleerd mijn gevoelens te onderdrukken. Ik ben niet onderdrukt of mishandeld thuis, integendeel, ons huis was een goed voorbeeld van rust, reinheid en regelmaat. Het enige wat niet werd geaccepteerd waren emoties.
En dan vooral negatieve emoties want er werd wel gelachen, gekieteld, gezongen en geknuffeld. Een kenmerkende spreuk was: met vrienden heb je het niet over politiek en geloof.
Die onderdrukking van emoties kwam voornamelijk via mijn moeders kant, waar huiselijk geweld was geweest. Daarom wilde ze geen ruzie in ons huis en mijn vader hield zo veel van mijn moeder dat hij alles voor haar over had. De definitie van ruzie was wat vaag voor mij, maar elke soort van onenigheid, mening of discussie was uitgesloten. Een meningsverschil was een ruzie en dus niet gewenst. Mijn vader is een emotionele man en als het hem te hoog op liep ging hij naar de box en hoorde ik een hoop kabaal waarna hij weer “rustig” tevoorschijn kwam. Ik voelde dus wel een heleboel emotie maar het werd bij voorkeur niet geuit of uitgesproken dus kreeg het ook geen naam. Natuurlijk werd ik wel eens kwaad en dan werd ik naar mijn kamer gestuurd om af te koelen. Toen ik heel jong was werd ik wel onder de koude douche gezet om weer tot mijn zinnen te komen, en dat hielp heel goed. Ik leerde mijn emoties te onderdrukken.

Ik was ook nogal een wildebras, emotie kwam bij mij tot uiting door bewegen, en ook al is het me nooit letterlijk gezegd, ik voelde dat dat niet werd gewaardeerd, dus zat ik in het bijzijn van anderen zo stil mogelijk. Een bijkomend effect van het onderdrukken van emoties en beweging was dat de energie zich in mijn lijf ophoopte en dat ze lichamelijk tot uiting kwamen. Maagpijn, last van mijn darmen, zere pezen en spieren, hoofdpijn, misselijk etc.

Omdat ik nooit echt wist wat er van me verwacht werd, ik kreeg ook geen duidelijke positieve feedback, deed ik in mijn tienertijd zo goed mogelijk mijn best om te voldoen aan … ja, waaraan eigenlijk, het door mezelf gecreëerde ideale beeld van een brave, opgevoede, rustige, slimme, onafhankelijke, zelfstandige dochter. Als mijn oudere zus iets deed wat niet werd gewaardeerd zorgde ik er voor dat ik dat niet ook deed. En voor de rest zat ik het liefst alleen op mijn kamer te knutselen en te lezen en daar kon ik niet veel fout aan doen.

Emoties waren, zeg maar, niet mijn ding. Toen ik rond mijn 30ste voor het eerst in psychotherapie ging wegens een depressie ging er een wereld voor mij open. Toen de therapeute vroeg hoe ik me voelde noemde ik een lichamelijke klacht, dus letterlijk “ik voel pijn in mijn maag/hoofd”. Zij heeft me uitgelegd dat er een verschil is tussen lichamelijk gevoel en emotie. Emotie kan ook een lichamelijk gevoel geven maar is veel meer, zoals verliefdheid, vlinders in je buik, geen trek hebben. Je weet het als je verliefd bent, dat kan je niet uitleggen, dat voel je. Prompt vroeg ik me toen af of ik wel echt verliefd was geweest op mijn man, maar dat terzijde.

Tijdens die therapie leerde ik ook dat ik een eigen mening mag hebben, mijn grenzen mag aangeven en “nee” kan, mag en moet zeggen als mensen mijn grens over gaan. Dat laatste was een ongelooflijke eyeopener voor mij. Als ik het ergens niet mee eens was durfde ik het niet te zeggen omdat ik dan een goed onderbouwde reden wilde geven om het er niet mee eens te kunnen zijn en tegen de tijd dat ik dat wist was er een behoorlijke tijd voorbij (dagen tot weken). Als ik mijn mening had en gaf en iemand anders sprak me tegen, dan dacht ik direct “hij zal wel gelijk hebben” en bleef daar vervolgens nog (dagen – weken) over doormalen. Terwijl in beide gevallen een duidelijk “NEE (daar ben ik het niet mee eens)” ook volstaat.

Daar kreeg ik een goed gevoel bij.

Blog | Winterblues

*** trigger waarschuwing ***

Ik fietste naar de sauna. Ik had behoefte aan een dag niets anders doen dan warmte en lezen. Ik ben al weken uitgeput en hoe ik ook mijn best doe met eten, sporten, fotograferen, kleding maken, sax spelen, “leuke dingen” doen, ik krijg er geen energie van. Mensen opzoeken en dingen ondernemen kost meer energie dan het oplevert. Al jaren ben ik aan het onderleven, ik onderga dat ik leef. Ik overleef niet want dan zou ik mijn best moeten doen om te blijven leven maar ik heb alle wat een modern westers mens begeert. Eten, drinken, veiligheid, een huis, verwarming en voldoende ping voor wat hobby’s en recreatie. Ik “mag niet klagen” en ik was dus niet in mijn beste humeur, op zijn zachts gezegd.

Ik fietste door het prachtige weidelandschap en zag een boerderij uit 1880. Hoe zou mijn leven er in die tijd uitgezien hebben? Was ik dan op mijn 55ste al oud en versleten? In die tijd was ik waarschijnlijk mijn hele leven al hard aan het werk geweest met iets waarin ik uitblonk. Misschien was ik wel een kruidenvrouwtje geworden (oude heks). Of ik had altijd op die boerderij gewerkt, dieren verzorgen, groente verbouwen, in ieder geval hard werken want ander zou ik geen brood op de plank hebben. En er was duidelijkheid en routine in mijn leven geweest. Ik zou daarmee een nuttig en zinvol leven hebben en me schikken naar de ongemakken van het ouder worden. Hoe anders is het de afgelopen jaren geweest. Al jaren van de ene burn-out naar de andere depressie en tussendoor “uitdaging” zoeken in banen waarbij ik buiten mijn comfortzone zat, omdat ik dat babbelen écht wel onder de knie zou krijgen. Ik heb mijn portie uitdaging wel gehad, ik wil “gewoon” nuttig in de maatschappij staan en niet in de ziektewet thuis wegkwijnen. Ik wil deel uit maken van het leven, maar als ik er deel van uitmaak put het me uit. Ik wil gezelligheid en krijg uitputting en depressie.

Dus fietste ik in-en-in verdrietig verder langs het meanderende water, langs de molen, langs het fort tot op de fietsersbrug over het kanaal. Daar stopte ik en keek naar de schepen die onder me door voeren. En ik keek naar het donkere water. Hoe zou het zijn om te verdrinken? Zou ik überhaupt kunnen verdrinken? Zou ik eenmaal in het water, na die sprong van 15-20 meter, vechten voor mijn leven en via de wildkades het kanaal weer uit kruipen? Verdrinken is een nare dood, wordt gezegd. Maar ik zie zo vaak tegen iets naars op (even bellen, even iets dit, even iets dat) en de kortste pijn is het zo snel mogelijk doen, want tijdens het uitstellen ben ik ook tot niets in staat. Dat is verdrinken ook, een kort ongemak en dan ben ik van die eindeloze lijdensweg af. Wat zou zo’n schipper doen als hij me ziet springen? Is dat net zo traumatisch zijn als een trein-spinger, maken ze dat vaker mee? Moet ik op mijn kop landen zodat ik bewusteloos ben? Wie vist mij dan op (bergt me) en wie vertelt het Jasper? Is de hypotheek dan half afgelost of geldt dat niet bij zelfdoding? En wie vertelt het mijn vader? Kan ik hem dat aandoen. Zijn alias op de dating site, na het overlijden van mijn moeder, was Leefweer en dan wil ik niet meer leven? Maar heb ik dan geleefd de afgelopen jaren. Waarom ga ik niet doen wat ik leuk vind, net als mijn vader, bridgen, reizen (voorbereiden). Hij wil nog zoveel en doet wat hij kan binnen de grenzen van zijn ouderdom en ondanks zijn blijvende verdriet.

Ik fietste van de brug af en realiseerde me dat er moed voor nodig is om zelfmoord te plegen en zoveel moed kan ik niet opbrengen, die schuld wil ik niet dragen. Daarnaast hou ik van mijn gezin en zij houden van mij. Ik kan het hun, de voorbijvarende schipper en de hulpverleners niet aan doen. Ik zal me morgen wel weer beter voelen. Bij de sauna app-te ik Jasper “Ik ben op de fiets naar de sauna. De wind waait door mij hart. Ik hou van je” en dan verdwijn ik een dag in de warmte en een boek.

Niels’ verhalen, H2 Voorspel #3

Nooit verwacht en toch gekomen

22 januari tweeduizend drie en ik zit nog steeds thuis met RSI, dat is rijm maar echt niet fijn. Jasper heeft een afspraak gemaakt voor begin februari bij de uroloog voor sterilisatie. Hij  moet geschoren en wel daar verschijnen en dat vind hij eng om te doen. Tja, dat ga ik niet voor hem doen. Ik heb vanmiddag een afspraak bij de huisarts voor een lichte pil omdat je de eerste maanden na sterilisatie niet zeker kan zijn van de effectiviteit. Van het spiraaltje had ik altijd vrij veel bloedingen en dat wil ik niet meer.

De huisarts is een vriendelijke begrijpende man die ik helaas zeer regelmatig zie omdat ik steeds weer vage klachten heb op het lichamelijk gebied met waarschijnlijk een stress oorzaak. Hij begrijpt mijn verhaal en vraagt wanneer ik voor het laatst ongesteld was. Net voor Maaikes verjaardag dus ongeveer 20 december. Of ik een zwangerschapstest heb gedaan? Nee, dat is niet in me opgekomen, ik heb alle hoop opgegeven. De huisarts zegt dat hij de pil zal voorschrijven als uit de zwangerschapstest is gebleken dat ik niet zwanger ben, anders kan de vrucht beschadigen. OK, die had ik niet zien aankomen, op naar het Kruidvat dan maar voor de Predictor Zwangerschapstest, toevallig deze week met korting. Een beetje gedesillusioneerd kom ik weer thuis en pak de test uit, dat is alweer een half jaar geleden dat ik die heb gebruikt. Vanaf juli heb ik gewoon een extra week gewacht als ik over tijd was, tegen die tijd was ik wel weer ongesteld. Een verspilling van geld en materieel om het 5 dagen eerder te weten te komen dat je niet zwanger bent.

Leek het nou zo of smaakte de koffie afgelopen week niet meer? Nu ik er over nadenk heb ik voor mezelf geen koffie meer gezet, alleen decaf na het eten en had ik ook geen behoeft aan een drankje voor, tijdens of na het eten. Het zal toch niet? Ik heb de laatste dagen ook wat meer vocht vastgehouden. Er gloort plotseling hoop en snel scheur ik de verpakking open en ga naar de WC.

Hoe werkt de Predictor zwangerschapstest?

  • Haal de huls van de test
  • Houd het urine opnamestaafje tenminste 5 seconden in de urinestraal
  • Houd vervolgens het urine opnamestaafje naar beneden. Plaats de huls terug op de test
  • Leg de test met de vensters naar boven op een vlakke ondergrond
  • Na 5 minuten kun je de uitslag aflezen

Wat kunnen 5 minuten eindeloos lang duren! IJsberend loop ik door de kamer terwijl de test zijn werk doet op de salontafel. En dan verschijnt eerst één en dan een tweede paarse streepje. Ik kijk nog een keer, doe mijn ogen even dicht, schud mijn hoofd, open mijn ogen en kijk nog een keer. Conclusie:

Wel zwanger

Je bent zwanger als een roze/ paarse streep zichtbaar is in het testuitslagvenster (T). Ook als de streep zeer licht is, ben je zwanger.

Ik plof in de stoel en kan mijn ogen niet geloven. Het is gewoon net zo gegaan als bij Maaike: als het NIET meer MOET dan lukt het WEL! Verbijsterd blijf ik zitten voor ik weet niet hoelang. Ik kom weer bij zinnen als ik de voordeur hoor, Maaike komt thuis van school. Ze merkt meteen dat er iets is: “Wat is er mam?” Hadden we haar überhaupt wel verteld dat we weer zwanger wilden worden? Ik kan niet anders dan de test omhoog houden en zeggen: “Je krijgt er een broertje of zusje bij”.

– einde Hoofdstuk 2 –

#1 Inleiding

Niels’ verhalen, H2 Voorspel #2

December 2002: we hebben het geprobeerd

Maaikes elfde verjaardag, en in plaats van vrolijk ik voel me depressief. Vorig jaar om deze tijd besloten we om toch nog een kind te nemen. We zouden het een jaar proberen en daarna zou Jasper zich laten steriliseren. En nu is het dan zo ver, ik ben wéér op tijd ongesteld geworden. Wat zinloos om ongesteld te worden als je toch niet zwanger wordt. Het afgelopen jaar was hollen en stilstaan met alle soorten emoties. Voelde ik nou wel iets of niet, was ik nou wel of niet over tijd, ja, regelmatig maar na een week wachten werd ik toch weer ongesteld. En steeds weer die teleurstelling, het werd me bijna teveel, en nu is dat gelukkig over, helaas de RSI nog steeds niet. Na de kerstvakantie gaat Jasper een afspraak maken.

We hadden afgesproken niet zo krampachtig te doen als toen we Maaike wilde krijgen. Toen moest ik alles ‘goed’ doen om een gezond kind te krijgen. Om zo goed mogelijk in conditie te komen, zijn we drie maanden voor dat het spiraaltje werd weggehaald al zwaar geminderd met drinken en ik ging alvast temperaturen om de cyclus te onderzoeken. We wilden geen kerstkind dus is rond Jaspers verjaardag is het spiraaltje verwijderd en gingen we goed voorbereid aan de gang. Rond de eisprong, als de temperatuur ging stijgen konden we aan de slag. Na de daad moest ik vooral rustig blijven liggen om het zaad te laten indalen of opstijgen of rondzwemmen, hoe je het ook wilt noemen. Niets mocht baten, en de daad werd steeds meer een moetje waardoor de lol er af was tussen de ei-sprongen door. Na een jaar besloten we om na de voorjaarsvakantie een afspraak te maken met de huisarts. We gingen eindelijk weer eens relaxed met elkaar om: lekker eten, lekker wijntje erbij, lekker vrijen. En lekker een korte fietsvakantie in Limburg. Bij de laatste fietstocht ging het mis. In de afdaling van de Cauberg raakten onze sturen elkaar en ik ging onderuit: pols gebroken. Toen ik een paar uur later bij de radioloog was voor een foto vroeg hij of ik misschien zwanger kon zijn. Ik moest even nadenken, ik was al een paar dagen niet lekker en had geen trek in koffie en alcohol (vreemd). “Misschien wel” was dus het antwoord.

En verdomd, ik was en bleef zwanger en was uitgerekend op, jawel 25 december 1991. Super blij waren we natuurlijk met de zwangerschap. We moesten wel onze fietsvakantie annuleren wegens mijn gebroken pols. Maar 3 maanden later fietsten ik zwanger en wel door Toscane. Door mijn lange lijf zag je nog bijna niets. Alleen Ma Ria, die we de vorige vakantie ook hadden gezien en die verloskundige is, zag het meteen. Wat een super zwangerschap, zo wilde ik er nog wel een paar. Het weekend voor Kerst heb ik Flip (de buikbewoner) gezegd dat ‘ie nu moet komen of na Nieuwjaar. En dus kwam Maaike op 21 december tevoorschijn.

Dat was dus 11 jaar geleden en wegens een enorm verantwoordelijkheidsgevoel vond ik één kind jarenlang voldoende, tot vorig jaar.  En nu is het weer Maaikes verjaardag dus moet ik mezelf even bij de lurven grijpen en gezellig doen.

– wordt vervolgd –

Inleiding |

Niels’ verhalen, H2 Voorspel #1

2-9-2002 Wachten, wachten en nog meer wachten

Jasper en ik zijn al ruim 8 maanden aan het proberen zwanger te worden, maar elke keer ben ik hooguit 6 dagen over tijd. Zo, frustrerend dat wachten.

Maaike is begonnen op het Barlaeus gymnasium. Ze heeft er heel veel zin in want de introductiedag in juli was leuk geweest. De eerste schooldagen ben ik met haar meegegaan, het is een hele reis voor een tien jarige naar het centrum van Amsterdam. Lopen naar de metro, instappen op de 54, uitstappen op halte Weesperplein, naar de tram lopen, tram 7 of 10 nemen, op de halte Leidse plein uitstappen en dan binnendoor naar het tijdelijke gebouw van het Barlaeus in de Raamstraat. Het oude pand van het Barlaeus wordt verbouwd en voorlopig zitten ze in dit gebouw. De eerste week liep ik het laatste stuk mee, nu hoeft dat niet meer van Maaike dus pak ik op het Leidse plein tram 2 naar het Slotervaart ziekenhuis. Voor mij is het een half uur langer reizen dan normaal en ik heb het er graag voor over. We hebben Maaike ook een mobieltje gegeven. Zelf heb ik zo’n ding niet nodig en Jasper heeft er een omdat hij het van zijn werk heeft gekregen. We hebben onze telefoonnummers in Maaikes mobiel gezet zodat ze ons kan bereiken in geval van nood.

Toen ik een jaar of tien was ging ik voor taalles naar het Instituut Amsterdam vlak bij het Vondelpark in de Van Eeghenstraat. Toen moest ik vanuit Noord met bus 36 en daarna tram 1 uitstappen bij tramhalte Emmastraat, ook in mijn eentje de stad in, één keer per week. Papa haalde mij dan met de auto op vanuit zijn werk. Eén keer is hij dat vergeten en stond ik eindeloos op de tramhalte te wachten. Op een bepaald moment heb ik bij iemand aangebeld en gevraagd of ik naar huis mocht bellen. Dat mocht en papa was al thuis geweest en nu op weg om mij op te halen. Alles kwam dus goed, ook zonder mobieltje.

uit Lina’s dagboek 22-10-2002 1:03

Maaike barst uit haar voegen van het huiswerk, elke dag twee uur minimaal. En het leren gaat heel moeilijk. Is ze te jong, met haar 10 jaar op het gymnasium? Heeft ze dyslexie? Op school gaat ze bijles krijgen vanwege haar enorme hoeveelheid taalfouten,  spellingfouten. Ook haar concentratie en planning is erg moeilijk te bevatten. Daarom houden wij de planning van het huiswerk zeer strak in de hand. Elke dag samen de agenda nakijken en plannen wat er nodig is. Ze lijkt het wel goed te vinden, die sturing en ik kan me van vroeger herinneren dat ik dat wel gemist heb, huiswerkbegeleiding en controle.

Afgelopen week hadden we herfstvakantie en moest ze van ons ook elke dag twee uur huiswerk maken. Voornamelijk leren; Frans, Engels, Latijn en Nederlands. Woordjes stampen en vooral veel schrijven. Daarnaast een boekverslag schrijven en een Engels boek lezen; Boy van Roald Dahl. Als we het aan Maaike overlieten stelde ze alles uit tot het te laat was. Om onnodige stress bij ons allemaal te voorkomen hebben we haar op een strak schema gezet. Dat lijkt te helpen. Maar het lijkt er niet op dat ze het plannen en tijd indelen oppikt. We moeten haar steeds weer aan het werk zetten. En nu maar hopen dat het nog wat opgeleverd de komende weken. Er staan vier proefwerken op de planning. En de eerdere resultaten zijn beangstigend slecht.

Jasper zit net als ik thuis met RSI, nu al drie weken. Zou het kunnen komen dat we alle twee onder de stress zitten van het wachten op zwanger worden? Het legt wel een enorme druk op ons leven, al willen we dat niet.

Nu nog even iets leuks:

Sinds 30 november hebben we een poes in huis! Miesje, uit het asiel in Amsterdam West. Ze is erg kattig, zet haar nagels in de stoelen, wil nog wel eens met haar pootje slaan of happen, springt op tafel of het aanrecht, maar ze is vooral heel erg speels, gek en lief. Ze kan als een dolle door de kamer razen achter een propje papier aan of een touwtje, ze komt elke keer op schoot zitten spinnend en trappelend met haar pootjes, kan heel aandoenlijk chauwen naar de vogeltjes buiten. Als ik haar roept komt ze naar me toe en het propje papier brengt ze naar me terug als ze er mee is uitgespeeld en wil dat ik het weer weggooi. Ze is een heerlijke afleiding van het vervelende thuiszitten met RSI.

Ook Maaike is weg van Miesje. Ze liggen samen op bank tot Miesje er genoeg van heeft en dan haalt ze helaas nog wel eens uit.

 

Niels’ verhalen, H1 Afscheid groep 8 #3

Juni 2015: Niels is 10 jaar en is DJ bij de Schoolmusical

De Musical

Niels is weer een beetje bijgekomen van zijn uitbarsting tijdens het afscheidsdiner van groep 8. Hij heeft in de lerarenkamer het stukje spinazietaart gegeten dat Madhu voor hem had meegenomen. Hij is blij dat ze niet boos op hem is. Ze kent hem langer dan vandaag, al 4 jaar zitten ze bij elkaar ik de klas. Ze zijn samen naar de 6-7-8 plusklas gegaan. Niels werd daar enorm gepest door de andere jongens van de plusklas, maar hij kon het heel goed vinden met Madhu. Daarom is afgesproken dat Madhu met hem mee ging naar groep 8, toen hij uit de plusklas werd geplaatst.

Het is half zeven en de voorbereidingen worden getroffen voor de Schoolmusical. Iedereen kleed zich om en Niels komt al een beetje in zijn rol nu hij het DJ-kostuum aantrekt dat mama voor hem heeft gemaakt. Het is een super stoer T-shirt met opdruk en een jack met opstaande kraag, net als Armin van Buuren. Niels heeft de grote koptelefoon van papa mee, die hangt om zijn nek. Tijdens het optreden zal Niels zijn bril afzetten, hij speelt de muziek toch uit zijn hoofd en ziet voldoende zonder bril zolang hij niet hoeft te lezen.

Armin van Buuren

Niels is fan van Armin en heeft hem eindeloos op YouTube bekeken. Vooral live at Ultra Music Festival Miami vindt hij helemaal super, bijna een uur lang uit je dak. In juli komt het festival ook naar Kroatië, helaas mag Niels daar niet heen.

“Niels, we moeten zo op”, roept Madhu. Oeps, was Niels alweer van de wereld en hij had helemaal niets gemerkt van de drukte om hem heen. Hij kijkt even om een hoekje de zaal in en vindt papa en mama midden achterin. En Maaike en Bo zitten er ook! Wat super. Maaike had gezegd dat ze het waarschijnlijk niet zou redden vanuit Wageningen en nou is ze er toch en met Bo. Niels voelt zich helemaal blij.

Dan gaat de gong. De Musical gaat beginnen en Niels schiet in zijn rol. Hij weet precies wat iedereen wanneer moet zeggen en wat er precies allemaal moet gebeuren. Hij zit zo op te letten of iedereen het wel goed doet dat hij even vergeet dat hij ook nog iets moet doen. Juf geeft hem een zetje richting zijn keyboard als het zover is. Even is daar de paniek, even is zijn hoofd helemaal leeg, hij kijkt naar de juf achter het gordijn en zij geeft hem een knipoog. Zij weet dat hij het kan en haar vertrouwen is precies wat Niels nodig heeft. Hij “is” DJ Dennis met zijn radioprogramma “Stennis met Dennis”. Niels vergeet de omgeving en is zijn rol. Aan het eind van de Musical is het afscheidslied dat Niels begeleidt met zijn keyboard. Ook dat gaat helemaal goed.

Dan volgt een enorm applaus van het publiek, Niels hoort Maaike er bovenuit joelen. Ze moeten allemaal buigen en dan het toneel af. Iedereen is uitgelaten en gilt door elkaar heen. Pfff, wat is Niels opeens moe, hij is helemaal niet uitgelaten en blij. Hij wil weg en gaat naar de WC. Daar blijft hij heel lang zitten, tot het wat rustiger wordt in de gang. “Niels, zit je hier?” hoort Niels papa wat geërgerd roepen. Niels is de tijd vergeten. “Ja, ik kom er aan, ik moest even naar de WC”, roept hij schuldbewust terug. Hij trekt zinloos door en gaat naar papa. Die neemt hem mee naar de aula waar de hele familie staat te wachten. “Waar was je nou?”, vraagt mama, “bijna iedereen is al naar huis. Ach, laat ook maar. Wat was je goed, lieverd”. En ze geeft hem een reuzenknuffel. Daarna krijgt hij een knuffel van Maaike en Bo geeft hem een klap op zijn schouder, “Je ziet er stoer uit, man. Een echte DJ”. “Hé, Niels, ik ga. Tot morgen.” roept Madhu vanuit de deuropening. Niels zwaait naar haar, ”Doei”, met een glimlach kijkt hij haar na. Wat was ze goed vanavond.

– einde Hoofdstuk 1 –

Eerder in H1

Niels’ verhalen, H1 Afscheid groep 8 #2

Juni 2015: Niels is 10 jaar en loopt vast tijdens het afscheidsdiner

Het afscheidsdiner van groep 8 valt Niels behoorlijk tegen. Zijn enthousiasme van zonet is voorbij. Het is een herrie van gepraat en muziek in de klas, de discobal knippert en schittert in zijn ogen en iedereen loopt door elkaar met eten en drinken. Niels voelt zich opeens niet zo lekker en hij heeft geen trek meer, ook niet in spinazietaart. Die taart staat langzaam af te koelen, alleen hij, juf en Madhu hebben een stukje genomen en verder niemand. Daar is Niels toch een beetje teleurgesteld over. Waarom wil niemand zijn taart proberen? Doen ze dat om hem te pesten? Hij prikt wat in het bladerdeeg en stopt een pijnboompitje in zijn mond. Wel lekker maar hij heeft geen trek.

Niels is helemaal afwezig, zijn gedachten tuimelen door zijn hoofd, en hij staart in de verte. “Is het leuk in Australië?” vraagt Madhu. Dat grapje maakt ze altijd als hij weer eens van de wereld is en in de verte staart. Meestal beurt het hem wel op maar nu niet, hij raakt langzaam in paniek. Was het een dom idee van hem, die taart? Straks lachen ze hem weer uit. Ze vonden ook al dat hij opschepte over zijn keyboard. Wat nou als hij straks, tijdens de musical, een fout maakt? Hoe ging dat nummer ook weer? Waar is zijn keyboard? Wanneer gaat het ook weer beginnen? Hoe laat is het eigenlijk? De paniek schiet door hem heen. “hé, Niels, wat is er?” vraagt Madhu en legt een hand op zijn arm. Dan ziet Niels haar, en hij voelt haar hand prikken, en hij ziet anderen ook naar hen kijken. “Er is helemaal niets”, zegt hij net iets te hard met een rood hoofd. Niels weet niet wat hem overkomt, zijn hart bonkt in zijn lijf en het zweet breekt hem uit. “Laat me met rust!”, roept hij met overslaande stem. Hij rukt zijn arm los van Madhu’s hand en zwiept tegelijkertijd zijn bord en beker door de klas. Iedereen kijkt om en even staat alles stil, dan stormt Niels de klas uit.

Niels schaamt zich rot en is boos, vooral op zichzelf, hij snapt niet wat hem overkomt, wat doet hij nou stom. Straks lachen ze hem weer uit. Waarom schreeuwt hij toch tegen Madhu? Hij heeft dat het afgelopen jaar al twee keer eerder gedaan. Straks vindt ze hem ook niet leuk meer, en hij heeft al zo weinig vrienden. De tranen prikken in zijn ogen van frustratie. “Hé, gaat het een beetje, Niels?”, vraagt juf vriendelijk, ze is hem achternagelopen. Ze is niet geschrokken van zijn uitbarsting, ze heeft het al vaker meegemaakt en weet wel hoe het komt, Niels heeft autisme. De spanning voor het optreden, alle herrie en het licht. Niels is even de weg kwijt.

Juf neemt hem mee naar de lerarenkamer. “Ga hier maar even zitten, Niels” en ze haalt een glaasje water voor hem. “Je bent overprikkeld, Niels, het werd je even te veel. Dat is niet erg, blijf maar rustig zitten tot je je weer wat beter voelt”, zegt juf. Na een kwartiertje dringt de realiteit weer een beetje tot Niels door. Ja, natuurlijk, hij had het zelf niet eens gemerkt dat hij overprikkeld was geraakt. Nu hij terugdenkt aan vandaag, hoe hyper hij zich voelde. Nog een wonder dat hij niet eerder is ontploft. Dan komt Madhu binnen met een bordje met spinazietaart en een beker, ze kijkt hem met een glimlach aan. “Hé, wereldreiziger, terug in Amsterdam?”. Niels glimlacht terug, “Groeten van de kangoeroes” “Trek?” “Ja, lekker.”

– wordt vervolgd –

Eerder in H1

Niels’ verhalen, H1 Afscheid groep 8 #1

Juni 2015: Niels is 10 jaar en maakt zich klaar voor de laatste schooldag.

Het is maandagochtend en Niels zit aan de keukentafel. Papa heeft net thee gezet en de boterhammen in de magnetron ontdooid. Het is de laatste schoolweek en vanavond is het afscheidsdiner en de musical met groep 8, leuk! Hij vind het spannend want hij mag keyboard spelen bij twee van de liedjes die ze gaan zingen. Vanmorgen is de generale repetitie en Niels zit te wippen op zijn stoel. “Ga recht zitten en smeer je brood” zegt papa. “Pap, denk je aan de spinazietaart?”, vraagt Niels. “Vanmiddag moet ik die meenemen voor het afscheidsdiner”. Niels is gek op Griekse spinazietaart. Hij heeft er wel twee weken om gezeurd, tegen alle bezwaren van zijn ouders in, want welk kind in groep 8 lust nou Griekse spinazietaart? Maar Niels wil niets anders en hij vind het niet erg om die spinazietaart alleen op te eten want nieuwe vreemde dingen van anderen lust hij toch niet. Bovendien, Madhu vindt het zeker lekker. Madhu is zijn klasgenoot en vooral niet zijn vriendinnetje, al denken zijn ouders dat wel, en Madhu heeft al vaker bij hem thuis meegegeten. Madhu kwam in groep zes bij Niels in de klas en vanaf het begin was het twee handen op één buik.  Ja, papa zal eerder thuiskomen vandaag en verse spinazietaart maken zodat Niels het mee kan nemen.

Mama is al lang vertrokken, ze heeft een inspectie in Noord Holland en heeft beloofd op tijd thuis te zijn voor de musical, ze heeft daar zelfs het concert van de Harmonie voor afgezegd. Mama heeft geholpen met kostuums maken en Niels vindt dat hij er super stoer uitziet met zijn musical kostuum. Ze spelen ‘Radio GoGo the Musical’ en Niels is een echte radio DJ met een stoer T-shirt met jasje én hij presenteert, in zijn ochtendprogramma ‘Stennis met Dennis’, een live act. Okay, hij heeft niet de hoofdrol, maar het live keyboard spelen maakt een hoop goed.

Het is half 5 en papa heeft de spinazietaart gemaakt. In een pizzadoos en pizza tasje blijft de taart recht hangen aan het brede stuur van zijn mountainbike. Voor de korte stukjes heeft Niels een mountainbike en voor het racen met papa een échte racefiets, die heeft hij grotendeels zelf bij elkaar gespaard door thuis klusjes te doen. “Pas je op met die tas aan het stuur, straks komt hij tussen je spaken en kan ik je met taart en al opvegen”, roept papa hem na. “Jahaa” zucht Niels voor zich uit, papa is over protective. Hij is natuurlijk wel een paar keer gevallen met de fiets maar nu heeft hij z’n nette kleren aan voor het afscheidsdiner en die heerlijke spinazietaart mee, hij kijkt heus wel uit.

Als hij bij de Tamboerijn aankomt is het al behoorlijk druk. Hij zet zijn fiets met de kabel vast aan de stalling, dat is zo langzamerhand wel routine geworden. Hoe vaak hij niet heeft moeten horen dat Maaike in twee jaar drie fietsen heeft laten stelen, “boring”. De tafels in de klas zijn in een vierkant gezet en staan al vol met eten, drinken, elektrische waxinelichtjes, slingers en versieringen. Dat hebben ze vanmiddag allemaal zelf klaargezet voordat ze naar huis mochten. Juf zei dat ze trots was op haar klas, dat ze haar zo goed hadden geholpen. Niels vind het fijn om de juf te helpen en de klas op te ruimen en ze is gewoon een hele toffe juf. Maaike heeft dezelfde juf in groep 8 gehad. Juf zegt dat hij niet op Maaike lijkt omdat Maaike vaak dingen vergat in de klas omdat ze weg droomde en nooit spontaan opruimde. Maar Maaike was wel beter in het helpen van andere kinderen met hun werk. “Zo heeft iedereen zijn kwaliteiten”, zegt de juf, “en Maaike kan zingen en jij kan keyboard spelen. Alle twee muzikaal op een eigen manier.”

– wordt vervolgd –

 

Introductie

Blog | Kerstvakantie

Na jaren worstelen met burn-out en depressie gaat het de laatste maanden eindelijk goed. Ik heb zoveel geleerd over mezelf, wie ik ben, wat ik kan en wat ik vooral moet laten. Omdat ik mijn grenzen niet kende liet ik iedereen er overheen walsen. Na de diagnose ASS drie jaar geleden viel zoveel op zijn plek. En afgelopen maand de bevrijdende diagnose fibromyalgie. Sindsdien bloei ik helemaal op. Elke dag ben ik bewust lichamelijk actief om niet te verstijven. Na een weekje gluten eten bleek ik er doodmoe en neerslachtig van te worden. Nu ben ik weer glutenvrij en voel me stukken beter.

Eindelijk had ik ook weer zin in Kerst vieren, met cadeautjes onder de boom. Mijn vader was bij ons, 6 jaar na het overlijden van mijn moeder, en deed mee met pakjesmiddag op tweede kerstdag. Met gedichtjes en leuk verpakte cadeaus. We hadden via internet onze lijstjes ingeleverd en ik had mijn vader geholpen met wat verzinnen want wat heeft hij als 82-jarige nou nog nodig? Ik had voor hem al een wandelstok en plantenpotten gekocht en een gedicht geschreven:

Wat heeft een man

Het was ouderwets gezellig. Mijn vader had zich beperkt tot een mooi familiegedicht voor ons allemaal. Maaike had iets te laat online besteld en de cadeautjes waren nog niet geleverd maar ze had het super opgelost met surprises en gedichten.

De dagen daarna deed iedereen waar hij zin in had, we zijn naar de film gegaan en ik heb met Maaike en Niels ook spelletjes gedaan, Catan en canasta. De tijd dat ik won is allang voorbij, ze zijn zo snel en slim dat ik het zeker bij Catan altijd af moet leggen. Met canasta maak ik nog een kansje, maar Maaike heeft al mijn vuige trucs overgenomen en is genadeloos en dat mag ik wel.

Oud en nieuw hebben we bij mijn vader op zijn nieuwe flat gevierd samen met mijn zus en zwager. Mijn zus heeft voor mij appelflappen gebakken met glutenvrije pannenkoekenmix (boekweit- en maismeel) en lactosevrije amandelmelk. Die waren super lekker en ik heb er veel te veel van gegeten.

Voor mij was dit helemaal goed, met mijn eigen familie (en aanhang) spelletjes doen, oudejaarsconference kijken, even een traan toelaten voor mama en proosten op het nieuwe jaar. En met een beetje mazzel heb ik over een paar dagen ook nog een nieuwe baan…